Een verbond met alle levende wezens

Het Verbond tussen God en de mens is een centraal thema in de Bijbel. Het wordt door God aangeboden. “Menigmaal heeft God aan de mensen een verbond aangeboden en hen, bij monde van zijn profeten gesproken over hun heil in de verte” (Euch. Gebed IV), Aan de hand van de eerste lezing doorlopen we tijdens de veertigdagentijd enkele etappen van de geschiedenis van het verbond van God met zijn volk.

We lezen over de regenboog, die Noach mag zien als teken van het verbond van God met de mens. Het is een belofte van een nieuwe schepping. Noach is een figuur uit de voortijd, vooraleer de geschiedenis van Israël nog moest beginnen. Het boek Genesis bevat in de eerste elf hoofdstukken verhalen die een antwoord zijn op diepe vragen zoals: Van waar komt de mens, waarom is er geweld en verdeeldheid, welke hoop is voor deze wereld? Deze oergeschiedenis zegt hoe God de wereld ziet en de verbondenheid met alles.

Ecologie

De wereld dreigt ten onder te gaan en daar verschijnt Noach als reddende figuur, die door het bouwen van de ark de levende dieren redt. Wat gebeurde er met de planten en de insecten? Wie en wat laat ik binnen in mijn ark?

Het verhaal van Noach bij het begin van de veertigdagentijd geeft een ecologische tint en opdracht aan deze sterke tijd. Een uitnodiging om terug de encycliek van Paus Franciscus van 24 mei 2015 ter hand te nemen. Geprezen zijt Gij! Laudato si. Het gaat over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis, over de aarde die we bewonen en die we niet mogen plunderen.

Op de WJD, die in januari 2019 zullen plaats hebben in Panama, zal de zorg voor het milieu centraal staan. Tijdens de Europese jongerenontmoeting eind 2017 in het Zwitserse Bazel heeft Broeder Alois, de prior van de oecumenische gemeenschap van Taizé, de deelnemers uit 45 landen opgeroepen tot meer solidariteit en zorg voor de aarde. Wij moeten de armoede bestrijden en het milieu beschermen.

Man van hoop

Het verhaal van Noach is een belofte en wekt hoop. “Zelfs als ‘de slechtheid van de mensen op de aarde nog was toegenomen’ (Gen. 6,5) en God spijt kreeg dat Hij de mens op de aarde gemaakt had’ (Gen. 6,6), besloot Hij toch een heilsweg te openen met de medewerking van Noach, die rechtschapen en oprecht gebleven was. Zo gaf hij aan de mensheid de mogelijkheid voor een nieuw begin. Eén goed mens is genoeg om te hopen!” (Laudato Si, 71).

Marc Chagall, een Fransman van joods-Russische oorsprong, heeft veel Bijbelse thema’s geschilderd. In het schilderij "de regenboog" toont hij Noach languit liggend op de grond, genietend van een prachtige regenboog, door de kunstenaar voorgesteld als een helderwit geschenk van God.

Noach heeft met zijn gezelschap de ark verlaten. En ook al is hij eraan ontkomen, de zondvloed van de voorbije maanden was ongetwijfeld een traumatische ervaring. Noach ziet rondom zich een wereld die van de verdrinkingsdood herstelt, en vraagt zich af wat hij nog zal beleven. En dan komt onverwachts die regenboog als een geschenk – een schouderklopje van Iemand die zo duidelijk maakt dat Hij de mens genegen is.

Wie met God door het leven wandelt, en open staat voor zo'n intimistische ervaring, ziet ook soms een regenboog, al of niet bij het lezen van de Bijbel. Een regenboog die het leven kleurt en na zwaar onweer opgelucht doet ademhalen. Een teken van hoop en liefde dat je zomaar overvalt – niet het resultaat van eigen navorsing, en intellectueel niet onderbouwd. Maar daarom niet minder authentiek voor een mens die niet alleen "verstand" is, maar ook hunkert naar een teken van liefde” (Geplukt op internet).

Een regenboog is schoon. We krijgen niet zoveel tijd om hem te bekijken. Hij is vlug verdwenen. Er zijn niet alleen regenbogen te zien, maar er komen ook andere zorgwekkende tekenen. De hemel kan verduisteren bij een vulkaanuitbarsting, tijdens orkanen. In zijn gelijkenissen over de eindtijd spreekt Jezus over schrikwekkende tekenen aan de hemel (Lc. 21,11).

Etappen in het verbond

We stappen verder met Abraham, die zijn land verlaat, met wie God een verbond sluit en aan wie hij een zwaar offer vraagt. dat meteen elke toekomst zou uitsluiten. Nadat Abraham een ram als brandoffer opdraagt, belooft de Heer Abraham te zullen zegenen en zijn nakomelingen talrijker te maken dan de sterren aan de hemel.

We gaan een aantal eeuwen verder en komen op de derde zondag van de Vasten bij Mozes. De Heer gaat met hem een verbond aan en reikt hem de wet en de tien geboden aan. Daarin is er veel aandacht voor de sabbat, een dag voor de Heer en een dag van rust, een dag waarop we onze greep op de schepping loslaten. Het eerbiedigen van de natuurritmen draagt bij tot eerherstel van de schepping (Laudato si, 71).

Het volk en zijn leiders hebben de Wet van de Heer niet onderhouden, ze eren afgoden en zijn Jahweh ontrouw. Daarom wordt volgens de theologische visie van het boek der Kronieken Israël overvallen door vijandige legers en meegevoerd in ballingschap. Dankzij koning Cyrus kan het volk terugkeren en wordt de tempel herbouwd. We krijgen dit verhaal op de vierde zondag.

De vijfde zondag spreekt Jeremia over het nieuw verbond, dat God met zijn volk zal afsluiten. “Ik leg mijn wet in hun binnenste. Ik grif ze in hun hart.”

“De ervaring van de gevangenschap in Babylonië veroorzaakte een spirituele crisis die leidde tot verdieping van het geloof in God. In die moeilijke periode benadrukte men Gods scheppende almacht en spoorde men het volk aan om te blijven hopen” (L.S. 74)

De icoon van de pantocrator

Wij zijn op weg naar Pasen, naar de ontmoeting met Christus, hij is het nieuwe Verbond.

Over Hem verklaart paus Franciscus in zijn groene encycliek: “Volgens de christelijk opvatting van de werkelijkheid loopt de bestemming van de hele schepping via het mysterie van Christus, die vanaf het begin tegenwoordig is: “Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem” (Kol. 1, 16). De proloog van het Johannesevangelie (Joh. 1, 1-18) laat de scheppende activiteit van Christus als goddelijk Woord (Logos) zien. Maar deze proloog verrast door zijn bewering dat dit Woord “vlees is geworden” (Joh. 1, 14). Een Persoon van de Drie-eenheid heeft zich gevoegd in de geschapen kosmos en het lot ervan tot aan het kruis heeft gedeeld. Vanaf het begin van de wereld, maar op een bijzondere wijze te beginnen bij de menswording, is het mysterie van Christus op een verborgen wijze werkzaam in het geheel van de natuurlijke werkelijkheid zonder daardoor de autonomie ervan aan te tasten.

Het Nieuwe Testament spreekt ons niet alleen van de aardse Jezus en zijn zo concrete en liefdevolle relatie met de wereld. Het laat ons dit ook zien als de Verrezene en Verheerlijkte, aanwezig in heel de schepping met zijn universele heerschappij: “Want in Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid, om door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten, om alles in de hemelen en op de aarde te verzoenen, door Hem alleen” (Kol. 1, 19-20)). Dit richt ons op het einde der tijden, wanneer de Zoon de Vader alles zal overhandigen, zodat “God alles in alles is” (1 Kor. 15, 28). Zo doen de schepselen van deze wereld zich aan ons niet meer voor als een puur natuurlijke werkelijkheid, omdat de Verrezene ze op mysterieuze wijze omgeeft en richt op een bestemming van volheid. Dezelfde bloemen op het veld en de vogels die Hij verwonderd aanschouwde met zijn menselijke ogen, zijn nu vol van zijn lichtende tegenwoordigheid (Laudato si, 99-100).

De regenboog als teken van het verbond bij het begin van de Veertigdagentijd wijst reeds naar de Paasochtend, naar het beeld van de verrezen Christus, naar de icoon van de Pantocrator, Christus de Albeheerser.